Ik hou van ruimte.
Ruimte om te denken, te associëren, verbanden te leggen, te creëren, te ervaren, te voelen, te kiezen, alles of niets te doen, te verwonderen en om domweg te zijn.
Als ik een kleur bij ruimte zou moeten verzinnen, is die wit, aangevuld met tinten die je in de duinen, op het strand en in de zee aantreft. Of wit met alleen primaire kleuren, dat kan ook. Dat en-en is voor mij ook ruimte. Onze hersenen hebben vaak moeite met en-en, die willen kiezen en afbakenen. En in deze tijd of zeg maar in dit eigen leven komt er voort-durend een enorme stroom van keuzes op je af waar je hersenen een dagtaak aan hebben.
Was dat ooit zo bedoeld?
Toen ik vijf jaar geleden tegen een burn-out aan zat, runden al die keuzes me, buiten was binnen aan het bestieren. En weet je wat het gekke was? Het antwoord zat niet in meer aandacht aan de keuzes besteden of in beter afbakenen, maar juist in ruimte in mezelf vinden en die groter maken. Bij meditatie leerde ik de stille plek achter de gedachten vinden en in leadership leerde ik volmondig JA zeggen en mijn grenzen verleggen.
De ruimte moet niet kleiner, maar juist groter worden. In ruimte lossen de paradoxen op en voel je waar het in jouw essentie om gaat. Ruimte bevordert groei, dat is bij planten zo en bij mensen niet minder. Het zal je misschien niet verbazen dat het in veel coachtrajecten om ruimte vergroten gaat. De bekende denkcirkels uit en nieuw terrein verkennen. Een soort ruimtereis.